]-0 Eerder getypte verhaal is om onduidelijke redenen verdwenen (niet geplaatst), dus maar even een nieuwe poging.
@FastBazz: je hebt duidelijk weinig begrepen van de essentie van mijn eerdere post. Mijn verhaal had weinig te maken met de brandpuntsafstand of de afstand tussen bolletje en lampoppervlak. Een moderne auto heeft vaak een gebogen lampoppervlak, zowel vanwege de aerodynamica, vormgeving/styling, als herkenbaarheid van merk spelen daar in mee. Dat betekent dat het licht vaak niet loodrecht, maar schuin vanaf het koplampoppervlak komt. Om het licht dóór de coating te laten komen, en niet juist terug de koplamp in te laten reflecteren op de coating, is de juiste optische dikte van belang.
De juiste dikte is (onder andere) afhankelijk van:
- de hoek waaronder het licht door de coating moet
- de optische dichtheid van de coating (dus het soort materiaal, en of dit goed dicht is, of dat de laag wat poreus is)
- de optische dichtheid van het koplampmateriaal
- het kleurspectrum van de gebruikte lichtbron.
Bij de juiste dikte moet je niet denken aan diktes in de orde van microns, maar in een fractie daarvan. Je moet denken aan 50-80 nm (1 nm = 0,001 micron) een beetje afhankelijk van de zaken die ik hierboven al heb aangegeven. Nu kun je ook voor iets dikkere lagen gaan (bijvoorbeeld precies 3 keer zo dik), maar dat betekent ook 3 keer zoveel lichtabsorbtie ín die coating, die daardoor ook 'opgestookt' kan worden door de energie (licht) die je er in stopt.
Ik hoop dat ik zo duidelijk heb gemaakt, dat een optische coating echt een heel ander ding is, als een 'likje verf' waarbij het niet zoveel uitmaakt als de laklaag 30% dikker is.
Overigens de lampen die Nicknameless heeft behandeld, hebben het voordeel dat het oppervlak van de lamp (van boven naar beneden) nauwelijks gebogen is, waardoor de hoek waaronder het licht door de coating gaat overal ongeveer gelijk is, waardoor je geen regenboog-effect krijgt als je het licht op een wit oppervlak laat vallen.
@FastBazz: je hebt duidelijk weinig begrepen van de essentie van mijn eerdere post. Mijn verhaal had weinig te maken met de brandpuntsafstand of de afstand tussen bolletje en lampoppervlak. Een moderne auto heeft vaak een gebogen lampoppervlak, zowel vanwege de aerodynamica, vormgeving/styling, als herkenbaarheid van merk spelen daar in mee. Dat betekent dat het licht vaak niet loodrecht, maar schuin vanaf het koplampoppervlak komt. Om het licht dóór de coating te laten komen, en niet juist terug de koplamp in te laten reflecteren op de coating, is de juiste optische dikte van belang.
De juiste dikte is (onder andere) afhankelijk van:
- de hoek waaronder het licht door de coating moet
- de optische dichtheid van de coating (dus het soort materiaal, en of dit goed dicht is, of dat de laag wat poreus is)
- de optische dichtheid van het koplampmateriaal
- het kleurspectrum van de gebruikte lichtbron.
Bij de juiste dikte moet je niet denken aan diktes in de orde van microns, maar in een fractie daarvan. Je moet denken aan 50-80 nm (1 nm = 0,001 micron) een beetje afhankelijk van de zaken die ik hierboven al heb aangegeven. Nu kun je ook voor iets dikkere lagen gaan (bijvoorbeeld precies 3 keer zo dik), maar dat betekent ook 3 keer zoveel lichtabsorbtie ín die coating, die daardoor ook 'opgestookt' kan worden door de energie (licht) die je er in stopt.
Ik hoop dat ik zo duidelijk heb gemaakt, dat een optische coating echt een heel ander ding is, als een 'likje verf' waarbij het niet zoveel uitmaakt als de laklaag 30% dikker is.
Overigens de lampen die Nicknameless heeft behandeld, hebben het voordeel dat het oppervlak van de lamp (van boven naar beneden) nauwelijks gebogen is, waardoor de hoek waaronder het licht door de coating gaat overal ongeveer gelijk is, waardoor je geen regenboog-effect krijgt als je het licht op een wit oppervlak laat vallen.